Vlinders

Vlinders, kapellen of schubvleugeligen (Lepidoptera) zijn een orde van gevleugelde insecten. De orde van de vlinders is na de orden van de vliesvleugeligen, de tweevleugeligen en de kevers, de grootste insectenorde binnen het dierenrijk: er zijn ongeveer 160.000 beschreven soorten.[2] Vlinders leven in uiteenlopende biotopen: van koude toendra’s tot woestijnachtige gebieden. De meeste soorten leven in tropische of subtropische gebieden. In het Nederlands Soortenregister staan van de 18.000 inheemse Nederlandse insectensoorten ruim 2200 soorten als vlinder geregistreerd, zodat ruim 12% van de Nederlandse insectensoorten bij de orde van de vlinders is ingedeeld.[3][4]

Dagvlinders zijn meestal geliefd vanwege hun bonte kleuren. Sommige soorten nachtvlinders, zoals de kleermot, zijn vanwege hun schadelijkheid gevreesd of gehaat. Verreweg de meeste vlinders worden beschouwd als onschuldige en nuttige diertjes omdat ze bestuivers zijn die niet kunnen steken of bijten. Ze spelen een rol in verschillende culturen en zijn een veelgebruikt onderwerp in de kunst. Vlinders hebben vaak een karakteristieke fladderende vlucht en sterk uiteenlopende vleugelkleuren. Omdat het lichaam gemakkelijk te conserveren is en de kleuren hierbij niet verloren gaan worden vlinders al sinds lange tijd over de gehele wereld verzameld.

Rupsen zijn de larven van vlinders. De rupsen van de meeste vlinders voeden zich met planten en sommige soorten kunnen daarbij grote schade aan gewassen aanrichten. Andere soorten kunnen bij mensen allergische reacties veroorzaken door hun van brandharen voorziene huid. De rupsen van vlinders worden gegeten door veel andere dieren. Rupsen zijn bijvoorbeeld een belangrijke voedselbron voor veel vogels.

Vlinders hebben vrijwel alle dezelfde lichaamsbouw, maar kennen een grote variatie in de vorm en grootte van de vleugels, ook de vleugelkleuren en -patronen verschillen per soort. De rupsen hebben eveneens een enorme diversiteit aan vormen en zijn vaak goed van elkaar te onderscheiden. Veel vlinders zijn gemakkelijk als zodanig te herkennen, maar er zijn uitzonderingen. Zo zijn er ongevleugelde soorten en zijn er soorten die niet beschikken over de voor vlinders zo kenmerkende roltong.

Bekende vlinders zijn de dagpauwoog, de gehakkelde aurelia, de atlasvlinder, de doodshoofdvlinder, de kolibrievlinder, de monarchvlinder en de koninginnenpage.